Mijn hart wil vasthouden. Mijn hoofd fluistert dat het beter is om te laten gaan.
En ergens daartussenin voel ik die pijn van verwachtingen die niet matchen. Het gevoel dat je niet helemaal gezien wordt, dat jouw liefde en inzet niet in dezelfde mate terugkomt.
Dan blijft er eigenlijk maar één keuze over: trouw blijven aan mezelf.
Dat klinkt sterk, maar eerlijk? Het voelt soms allesbehalve sterk. Want loslaten gaat zelden in één rechte lijn. Het is een proces van stapjes vooruit en momenten van terugvallen.
Ik betrap mezelf erop dat ik mijn telefoon steeds weer pak. Alsof daar een berichtje zou staan dat alles oplost. Het blijft stil. En in die stilte voel ik opnieuw dat het loslaten nog niet klaar is. Je denkt: nu heb ik het losgelaten, en toch merk je dat je opnieuw diezelfde gedachten voelt knagen.
Misschien is dat ook precies hoe het hoort. Loslaten is geen eindpunt, het is een weg. Een weg waarin ik leer om te accepteren wat er is, in plaats van me vast te klampen aan wat ik zou willen.
Ik zeg tegen mezelf: het komt goed. En diep vanbinnen weet ik dat dat waar is. Misschien niet zoals ik het nu voor ogen heb, maar wel op een manier die klopt met wie ik ben en waar ik naartoe mag groeien.